Hoezo verwesterd? Veroosterd!

Hoezo is de Tong Tong Fair verwesterd?

Een veel gehoorde opmerking over de Tong Tong Fair is dat ze ‘verwesterd’ zou zijn of niet meer ‘zoals vroeger’. Natuurlijk is de huidige Tong Tong Fair in 2018 anders dan de Pasar Malam Tong-Tong in 1959, een spontane fundraising voor een cultureel programma, bijna 60 jaar geleden. Het evenement is inderdaad veranderd, net als zijn bezoekers. Kwamen die vroeger bijna allemaal uit Nederlands-Indië, jongere generaties zijn geboren en getogen in Nederland. En de standhouders? Dat waren vroeger winkeliers uit Den Haag, terwijl ze vandaag de dag vooral uit Zuidoost-Azië komen. Dit artikel beschrijft hoe en wanneer die ommekeer heeft plaatsgevonden. Reis je mee in de tijd?

Wie waren de bezoekers en waar kwamen de standhouders vandaan?

In de jaren ’60 en ’70 waren de meeste bezoekers nog geboren in Nederlands-Indië of Indonesië. Er waren geen artiesten of standhouders uit Indonesië, eenvoudigweg omdat de relatie tussen Nederland en Indonesië tot ca 1970 slecht was. Toen Tjalie Robinson, schrijver/activist en mede-initiator van de Pasar Malam Tong-Tong (zoals de Tong Tong Fair oorspronkelijk heette) het in 1965 waagde een tentoonstelling in te richten met foto’s van zijn reis naar de Republiek Indonesië, waren mensen woedend. Abonnees zegden hun abonnement op Tong-Tong (tegenwoordig Moesson) massaal op. Zó gevoelig lag dat toen! Tjalie was zijn tijd vooruit; de meeste (Indische) Nederlanders waren helemaal niet toe aan ‘Indonesië’.

Winkeliers uit Den Haag

Wat was er op de Pasar? Eetstandjes, veel eetstandjes, vaak bemand door Indische families. Winkeliers uit Den Haag en omgeving. Uit de Boekoe Pienter, de beurscatalogus, 1963, toen de Pasar Malam Tong-Tong voor het eerst in Houtrust stond in één hal: Kat in Nood, schiettent, tombola, katapult, kermisattracties, reisbureau Costa del Sol, Herenmode L. van Dam, Perssers Herenkleding, Foto Chapelle, Mexican Shop, Marcia Parfum, Haagsche Courant, Boekhandel Paagman, Italia Italiaans ijs, een Pakistaanse expositie, enz.
Later zien we drogisterij en parfumerie Van der Zalm, Tokkies Milkbar, Stuut en de Bruin. Koelkasten, kacheltjes, soms zelfs brommers (Motor Mercuur). Zoetermeer, in de vroege jaren ’70 een klein dorp, zocht ‘inwoners’. Er was een kermis! En ja, er was veel eten, lekker eten, Indisch, veel lekker Indisch eten.

(Bijna) Iedereen kwam uit Indië

Het deed er niet zo toe wie waar vandaan kwam. Israël, Pakistan, Suriname stond er op stands. Maar de bezoekers, ja zij kwamen nog uit Nederlands-Indië, Nieuw-Guinea of Indonesië en de Pasar Malam Tong-Tong was de eerste plek waar zij sinds hun migratie naar Nederland met zo velen weer bijeen kwamen. Dat zorgde voor een magische sfeer en maakt dat juist dit Haagse evenement zoveel heeft betekend voor zovelen.
Natuurlijk waren er altijd mensen die er niets aan vonden, te commercieel, te schreeuwerig. Al in de vroege jaren ’60 kwamen die brieven binnen. Trouwens, ook Tjalie Robinson vond er niets aan, het evenement niet, de popcultuur niet, dat Anneke Grönloh haar haren had geblondeerd niet.

1. De eerste of tweede editie van de Pasar Malam Tong Tong in de Haagse Dierentuin. Links verkocht Amco koelkastjes. Standhouders kwamen vooral uit Den Haag. 2. Er was kermisachtig amusement, de tombola was populair. 3. Kindsterretje Sandra Reemer mag draaien aan het Rad van Fortuin.

Jaren ’70: Indonesië komt in beeld

In de vroege jaren ’70 veranderde er iets. De relatie tussen Nederland en Indonesië verbeterde. Het vliegverkeer werd goedkoper. De eerste Indische Nederlanders gingen terug naar Indonesië; velen ook niet, omdat ze te getraumatiseerd waren als gevolg van internering en bersiap. Maar de mensen die wél gingen, kwamen terug en als ze naar de Pasar Malam Besar gingen (zoals de Pasar Malam Tong-Tong halverwege de jaren ’70 ging heten) vonden ze die westerse standjes en kermis niks aan. Elementen die er dus altijd waren geweest. Men ging de Pasar Malam Besar vergelijken met een pasar in Indonesië in de jaren ’70.

Fotoslider rechts: de kermis gaat met de tijd mee. Van het onderdeel schieten naar grijpmachines.

Inspiratie: de Pasar Gambir in Batavia

Een markt in Indonesië was niet wat de initiators van het eerste uur voor ogen stond. DeHaagse Pasar was een spontane fundraising voor een Indisch cultureel programma. Zelf waren ze nog het meest geïnspireerd door de beroemde Pasar Gambir in Batavia.
Volgens een niet herleidbare bron had de Brit Thomas Stamford Raffles, de stichter van Singapore, in 1812, tijdens de Britse bezetting van Java, het initiatief genomen tot de Pasar Gambir, ‘to mark the anniversaries of the birthday of his Gracious Majesty King George III and bring together in friendly festivities the white and native inhabitants of Batavia.’

Dat verjaarsfeestje viel blijkbaar in de smaak want na teruggave van Java aan Nederland, bleven de Hollanders dit ‘grootste Jaarbeurs Kermis Lunapark van Nederlandsch-Indië’ organiseren.

Westerse creatie

De Pasar Gambir was geen oosterse markt (pasar) maar een westerse creatie, een mengeling van een kermis, jaarmarkt en ambachtelijke markt met veel spektakel door het toegevoegde amusement van musici, fakirs en slangenbezweerders. Of: een ‘fantasiestad’, zoals Elseviers Geïllustreerd Maandblad in 1934 schreef. Zoals Tjalie Robinson in 1961 schreef: ‘Ik geloof dat de initiatiefnemers voor de “Haagse Pasar Malam” zich ook ten doel stellen de artistieke en culturele traditie van deze Pasar Gambir vast te houden. […} En dit alles bij een feeststemming, waar “erwtensoep­ met ­kluif” van Versteeg & Rikkers zijn tempat heus wel had naast de satee van Arsad. En waar Jantje van Buuren zijn knalavond had voor vijfhonderd piek, maar Tante Noes niet minder plezier had voor een ringgit. Het was adorabel: de ontmoeting van Oost en West in één grote “selamatan”.’

Pasar Gambir

Indisch? Indonesisch?

Behalve een incidentele artiest uit Indonesië, traden in de jaren ’60 en ’70 vooral grote en kleine sterren uit Nederland op: Hot Jumpers, Blue Diamonds, Bolland & Bolland, Sandra & Andres, Anneke Grönloh, Teach-Inn, Boudewijn de Groot enz. In 1981 kwam de eerste standhouder uit Indonesië over.

Toen de Pasar Malam Besar in 1988 gedwongen was de Houtrusthallen te verlaten en doorging in tenten op het Malieveld, ontstond daar in 1989 het Indonesië-Paviljoen. Aangezien de overkomst van standhouders uit Indonesië veel voeten in de aarde heeft, werd besloten een apart paviljoen te plaatsen met prefab stands.

Er waren bezoekers die dit leuk vonden, er waren ook bezoekers die kritiek hadden op het aandeel dat Indonesië kreeg in ‘hun’ Indische Pasar. Ook binnen de organisatie werd druk gediscussieerd: wel of niet Indonesië? Meer of minder? Wat was de juiste mate van ‘vermenging’?

In 1975 introduceert de Haagse Pasar de eerste artiest uit Indonesië.

In 1981 komt de eerste standhouder uit Indonesië over.

In 1989 ontstaat het Indonesië-Paviljoen.

Een nieuwe generatie, in Nederland geboren

Ondertussen schoof ‘Indië’ steeds meer uit beeld in Nederland. Maar niet op de Pasar Malam Besar. Terwijl er meer verkoopstands en artiesten uit Indonesië kwamen, was het juist de tweede generatie van in Nederland geboren Indo’s, die in culturele programma’s de nadruk ging leggen op het behoud en de ontwikkeling van de Indische cultuur, op het stellen van vragen aan de kleiner wordende eerste generatie. Het waren Indische jongeren die op zoek gingen naar nieuwe cross-overs van Oost en West en de Indische identiteit in Nederland onderzochten. Zij werkten vanuit de idee dat de Indische cultuur een prachtige, inspirerende, positieve mengcultuur is die draait om samen delen.

Indo Pride

Er was Indo Pride: trots op de Indische afkomst en cultuur. Deze jongere generatie meende dat Indische mensen, henzelf incluis, geen museumpoppen waren in zuurstofarme vitrines, maar levende wezens met een levende, zich almaar ontwikkelende Indische cultuur, in Nederland.
De eerste generatie werd steeds kleiner, de jongere generaties steeds groter. De eerste was in Indië geboren, de tweede, derde, vierde waren dat niet. Er kwamen steeds meer standhouders uit Indonesië, want bezoekers vonden die westerse stands niet meer zo leuk. Ook de kermis verdween.

Net als de Pasar Gambir

Rond 2008, bij de 50e Pasar Malam Besar, realiseerde de organisatie zich dat het evenement was uitgegroeid tot een archipel van tenten die veel was gaan lijken op de Pasar Gambir in Batavia waarover de initiatiefnemers zo roerend hadden geschreven. Want ook de Pasar Malam Besar was een mix van Oost en West, werd elk jaar ‘from scratch’ opgebouwd en duurde bijna 2 weken. Net als op de Pasar Gambir in Batavia waren er standhouders uit diverse Indonesische regio’s maar ook uit Vietnam, Thailand, Maleisië, India, net als de Pasar Gambir deelnemers had uit Indochina, Siam, Brits-India.

Foto’s rechts: In de jaren ’90 kwamen er meer tentoonstellingen, bijvoorbeeld over de repatriëring en buitenkampers. De tweede generatie wilde vooral de ervaringen van de eerste generatie vastleggen en doorgeven.

Veroosterd? Verwesterd?

De Tong Tong Fair anno 2018 lijkt op die ‘fantasiestad’ Pasar Gambir. De meeste bezoekers zijn inmiddels geboren in Nederland. De Indische cultuur is een andere dan die van 60 jaar geleden en zeer waarschijnlijk ‘verwesterd’. Het beursaanbod op de Tong Tong Fair is daarentegen ‘veroosterd’. Dat maakt dat buitenlandse journalisten verbaasd zijn: ‘Zoveel Azië buiten Azië!’, riep de Australische vlogger Peter Parkor in 2014 vol verbazing.

Wat is Indisch?

De achtergrond van de grootste groep bezoekers is Indisch. Trouwens, geschat wordt dat drie op vier Nederlanders wel een ‘link’ heeft met Nederlands-Indië of Indonesië, door familiebanden, vrienden of kennissen. En hoe ingeburgerd is de Indische keuken wel niet? Het Indische van de Tong Tong Fair zit ‘m in de mensen die er komen, in de culturele en educatieve programma’s die worden aangeboden. In 2018 zijn er vier tentoonstellingen (o.a. over de migratie van Indo’s naar Holland in de periode 1952-1956, mengbloeden die ongewenst waren in Indonesië maar ook in Nederland) en een uitgebreid programma rondom gesproken woord, met talkshows en discussies, waar volop cultuur wordt besproken, onderzocht, doorgegeven. Het podiumprogramma is ook een cross-over van Oost en West in muziek en dans.

Vrijheid, vriendschap en inspiratie

De Tong Tong Fair is een plek waar Oost en West elkaar ontmoeten in een sfeer van vrijheid, vriendschap en inspiratie. Net als in 1959 maar dan in 2018, bijna 60 jaar later. Alles wat je wil weten over de Indische cultuur, wordt in exposities en culturele programma’s aangereikt. Een Indisch evenement, waar Indonesië óók een plek heeft gekregen. Een inclusief evenement dat zich richt op iedereen met een belangstelling voor de Indische cultuur en Indonesië.

Bezoekers van de Tong Tong Fair in een tentoonstelling.