Andy Tielman

Andy Tielman: ‘Het publiek gaf me de energie’

Kunstenaar Anto Arief uit Indonesië stond op de 53e Tong Tong Fair onverwacht oog in oog met zijn idool Andy Tielman. Toen hij Rolling Stone Indonesia vertelde over zijn ontmoeting, vroeg het muziekmagazine hem Andy te interviewen. “De woorden rock ‘n’ roll klinken ánders als ze uit de mond van Andy komen.”

Uit De Sobat: een interview met Andy, gemaakt door de Indonesische kunstenaar en muzikant Anto Arief voor Rolling Stone Indonesia. “Als het mogelijk is, wil ik terug naar Indonesië en daar wonen. In Nederland draag ik Indonesië in mij, maar in Indonesië voel ik me echt thuis. Ik zou onder sawo-, mango- en bananenbomen willen slapen. Dat is mijn droom.” Dit is het verhaal dat Anto Arief schreef over Andy Tielman.

Een paar jaar geleden hoorde ik voor het eerst van de Tielman Brothers, toen vrienden, muziekliefhebbers in Indonesië, mij wezen op een filmpje op YouTube. Het was een enorme hype: een zwart-wit filmpje van een band die swingende rock ’n roll speelde en vol zelfvertrouwen optrad, zoals Elvis Presley. Ik zag een te gekke voorstelling en vond de Tielman Brothers aantrekkelijker en beter dan Elvis Presley. Wat me ook opviel: dat iedereen een ‘Melayu’-gezicht had [er Maleis uitziet, red.]. ‘De goden van Indonesische rockabilly!’, dacht ik toen het filmpje zag.

De Tielman Brothers zijn legendarisch. Men zegt bijvoorbeeld dat The Beatles door de Tielman Brothers werden beïnvloed en dat Andy Tielman eerder dan Jimi Hendrix met zijn tanden gitaar speelde… Sommige van die verhalen zullen waar zijn, andere misschien niet. Hoe dan ook, ik had niets meer over Andy Tielman gehoord nadat hij jaren geleden had opgetreden in Jakarta. Tot ik hem in mei 2011 onverwacht ontmoette in Nederland.

4 juni 2011, 16.00 uur
Die middag ben ik bij Andy Tielman op bezoek gegaan. Ik had hem kort gesproken na zijn concert op de Tong Tong Fair, maar toen Rolling Stone Indonesia me vroeg een langer stuk over Andy Tielman te schrijven, besloot ik hem thuis op te zoeken. Ik was onder de indruk van de vriendelijkheid en gastvrijheid van zijn familie. Carmen, zijn vrouw en tevens manager, onthaalde mij warm. Ik ontmoette ook Andy’s dochter Loraine (15). Zij heeft een Indisch gezicht, met Indonesische trekken.

Af en toe hielp zij mij mijn vragen aan Andy in het Nederlands te vertalen, want ik interviewde de rocker in een mengeling van Engels en Indonesisch. Het is een warme familie. In huis hangen heel veel foto’s van Andy door de jaren heen. Een familieportret van Andy met zijn broers als kinderen, een schilderij van Andy in de jaren tachtig, met lang haar. De Andy die ik nu ontmoet, is 75 jaar oud. Wit haar, vriendelijke ogen die zijn gesprekspartner steeds goed aankijken, zijn karakteristieke glimlach. Ik voel zijn charisma als hij over zijn leven vertelt. De woorden rock ’n’ roll klinken ánders als ze uit de mond van Andy komen. Hij is ook een man met humor; hij moet vaak lachen als hij over vroeger praat.

Hoe herinnert u zich Indonesië, voor u eind jaren vijftig naar Nederland verhuisde?
“Ik speelde muziek met mijn familie, leerde gitaar spelen en zingen, liedjes van Sam Saimun, een krontjongzanger, en van Bing Slamet. Zij waren mijn favorieten toen ik een jaar of veertien was. Getaran jiwa en Rindu van Saimun; Ariyati, Rindu Malam, Rangkaian Melati, Puspa Hati dan Bukan Hati Tak kasih sayang (zingend) van Bing Slamet, ook I’m Indonesia en Aku arek Suroboyo van Bob Tutupoly.
Ik werd grootgebracht met Krontjong moresco, dat Sam Saimun zo mooi zong, (zingend) Jikalau tuan mendengarkan ini, haraplah supaya senang di hati… Mijn eerste optreden was in Surabaya, samen met mijn vader en moeder op een pasar malam in 1942. We hadden een grote bas bij ons, die we in een betjak vervoerden.” Andy lacht. “Ik weet het nog goed, ik was negen jaar en speelde gitaar, mijn vader banjo. Wij speelden swing. Ik speelde simpele melodieën.
Ik hield van vissen, elke dag. De meeste tijd besteedde ik aan dans- en zangoefeningen samen met mijn vader en moeder, met een Oost-Timorees kostuum aan. Toen ik voor Soekarno optrad, danste ik, ik speelde niet met de band. Later leerde ik westerse liedjes spelen, van Chuck Berry, Elvis en Little Richard.”

Ik heb een filmpje gezien van een explosief optreden van de Tielman Brothers in de jaren zestig. Hoe was u toen u jong was?
“Wij haalden geen kattenkwaad uit, want wij moesten professional zijn in de showbiz. Het meest stoute was, dat wij nogal eens vochten, vooral in Duitsland uit zelfverdediging. Er was dan onrust onder het publiek, meestal door alcohol, en soms kregen wij op het podium ook klappen.”
Andy lacht. “Ze dachten dat wij, magere Aziaten, niet konden vechten… We zijn zelfs een keer met zijn vieren veroordeeld omdat we tegen zes Duitsers hadden gevochten. Maar laat ik duidelijk zijn: we gebruikten geen drugs, we dronken alleen coca-cola. Dat was toen rock ’n roll. Rock ’n’ roll was onze manier om energie kwijt te raken. We wilden mensen entertainen en deden ons best om applaus te krijgen. Zonder die uitdaging konden wij niet vooruit met onze muziek. Wij probeerden de grenzen te verschuiven.”

Wat vindt u ervan dat u the Godfather of rock wordt genoemd?
“Ik weet niet waar dat vandaan komt, misschien door het liedje Rock Little baby of mine, wat de eerste rock-single was in Nederland. Daardoor gingen
veel jongeren in Nederland rock ’n’ roll spelen, liedjes van de Tielman Brothers en in de stijl van Andy Tielman. Er zijn veel Duitse en Nederlandse gitaristen die ons hebben zien spelen en mijn stijl gingen naspelen.”

Het verhaal gaat dat u was uitgenodigd om op te treden in het beroemde tv- programma The Ed Sullivan Show?
(Lachend) “Ach ja, in 1959 werden wij inderdaad gevraagd om daar te komen spelen. Het was heel jammer, kort ervoor waren na een optreden onze instrumenten verbrand. Toen we eenmaal nieuwe hadden, was het al te laat om nog naar Amerika te gaan. We hadden al vaker het aanbod gekregen om in Amerika op te treden, maar we waren verbonden aan een contract, moesten in Duitsland zijn voor opnames. Wij hebben voor Duitsland gekozen en zijn daar rocksterren geworden.

In 1975 kregen wij ook weer een kans om in de VS op te treden, aangeboden door Lou Rawls. Maar vlak voordat we vertrokken, overleed hij en ging het optreden niet door. Eigenlijk heb ik veel kansen gehad om in de VS te spelen, maar dat was voor mij alleen en niet voor de Tielman Brothers. De Tielman Brothers waren in de jaren zestig groot in Duitsland en België. Aangezien wij al veel succes hadden in die landen, wilden wij ook niet echt naar Amerika gaan spelen. We hadden het druk genoeg.”

Was het moeilijk om een rockster te zijn in die tijd?


“Heel moeilijk, vooral omdat wij nog jong waren. Ik ga niet vertellen over fans, vergeet het maar. We hadden veel vijanden en competities. Vooral omdat wij uit Azië kwamen. Er was veel competitie, er kwamen veel Indorock bands. Wij hebben de Indorock populair gemaakt, maar er waren veel na-apers. Een ander punt was: we wisten niet dat wij zó bekend waren. Daar hebben we het nu nog over: hoe kan het dat wij ons er niet bewust van waren, dat we zo bekend waren geworden? Aanvankelijk vonden wij het gewoon erg leuk om te spelen, om op te treden. Dat is alles.”

Er zijn verhalen dat u de aandacht van Fender hebt getrokken?

“Wij werden uitgenodigd door Fender [een beroemde gitaarfabrikant, red.]
om naar de VS te komen, omdat wij hun gitaren en versterkers gebruikten. Ik vond het vooral leuk om een Jazzmaster zeven meter de lucht in te gooien en dan toch niet vals te spelen. Wij hebben Fender bekend gemaakt in Duitsland en werden daarom uitgenodigd om Fender te komen promoten in Amerika. Maar, we zijn niet gegaan.”

Wat is het verhaal achter de tiensnaren Jazzmaster Fender-gitaar ‘signature Andy?’
“In het begin gebruikte ik die gitaar vanwege zijn lichte gewicht waardoor ik hem makkelijk in de lucht kon gooien. Dat is onmogelijk met een zware Les Paul’s Gibson. Ik heb acht, negen en zelfs tien snaren gebruikt. Ik heb mijn Jazzmaster gemodificeerd, maakte extra gaten met heet ijzer in de gitaarkop. Ik voegde ook banjo-snaren toe. Een aantal snaren was dus dubbel gemaakt, waardoor ik een groter en breder geluid kon maken. Ik heb dat zelf bedacht. Veel mensen waren nieuwsgierig hoe ik dat geluid kon maken, waardoor mijn gemodificeerde gitaar vaak gestolen werd. Maar het kon ons niet schelen, we gingen gewoon door op een nieuwe gitaar. We hielden er sowieso niet van om met een ‘oude’ gitaar te spelen, elke maand kochten we een nieuwe. Zo gingen we ook om met auto’s: als de auto het niet meer deed, lieten we hem op straat achter en kochten een nieuwe. Jong waren wij… (lachend).

Zodra we het geld van een optreden ontvingen, gaven we het uit aan auto’s: Cadillac, Limo, Mercedes SE 600, Rolls Royce maar ook aan mooie muziekinstrumenten. (Lachend) Zoals jongeren doen. Het was de tijd van de Koude Oorlog en de IJzeren Muur werd gebouwd, die Berlijn in tweeën splitste. We waren bang dat Rusland Amerika zou aanvallen. Daarom maakten we maar al ons geld op, dat was beter dan dat we het kwijt zouden raken… (Lachend) Maar, die aanval is er nooit gekomen en toen was ons geld op. We waren toen 24-27 jaar oud. Heel erg rock ’n roll hé?” Andy lacht weer.
“Mensen waren nieuwsgierig hoe ik die sound, dat geluid, kon maken. Maar ik wilde niet dat mensen achter mijn geheim zouden komen en wikkelde een doekje om mijn headstock. Ik wilde zelfs dat niemand mijn gitaar zou aanraken! Op een dag werd er ingebroken in de opslagruimte en werd mijn gitaar toch gestolen. Aan het eind wist bijna iedereen wat het geheim was; veel gitaristen in Duitsland gingen nadoen. Ik heb zo’n gitaar sindsdien niet meer gebruikt.
Ik had ook een eigen sound-system bedacht. Ik gebruikte twee amplifiers:
een voor op het podium en een aan de andere kant van de zaal. Omdat die zaal zo groot was, kon het publiek de details van mijn sologitaar niet horen. Dus ik dacht, waarom gebruiken we niet twee amplifiers? Ik heb het systeem gemaakt. We gebruikten de microfoon om het geluid van de ampliflier op het podium op te vangen en trokken een lange kabel naar achteren in de zaal, zodat het publiek het daar ook zou kunnen horen. Ook dat systeem onwikkelde ik met een doek, zodat niemand zou zien hoe ik het had gemaakt. Mensen mochten wel luisteren, maar niet mijn geheim kennen.” (lachend).

Heeft het rock ’n roll spelen ook bijwerkingen?

“Een van mijn oren is niet meer goed want ik speelde vroeger heel hard. Verder heb ik in 1964 met Reggie een auto-ongeluk gehad. Mijn linkerhand zat klem en werd bijna geamputeerd omdat ik zo bloedde. Gelukkig zag een politieagent in mijn paspoort staan dat ik muzikant was. Ik lag enkele dagen in coma en mijn hand was op acht plaatsen gebroken. Als je goed kijkt, zie je dat ik de akkoorden op een andere manier pak.”

Wat betekent geluk nu voor u?
“Als het mogelijk is, wil ik terug naar Indonesië en daar wonen. In Nederland draag ik Indonesië in mij, maar in Indonesië voel ik me echt thuis. Ik zou onder sawo-, mango- en bananenbomen willen slapen. Dat is mijn droom. Maar ik moet eerst beter worden om met mijn vrouw en dochter in Indonesië te kunnen gaan wonen.
Nog niet zolang geleden speelde ik in Indonesië op het festival Java Rockin’land. Ik was maar vier dagen in Indonesië, maar ik was zo blij om samen met Awan en andere vrienden te zijn. Ik hoop er te wonen tot mijn dood. Hopelijk kan ik samen met talentvolle Indonesische muzikanten zoals Awan, Emil en Overdrive guy (David Tarigan) spelen. En ook met jou, je moet straks met mij spelen als ik in Indonesië ben!”

Hoe heeft u zich op het concert in het Bintang-Theater voorbereid en en hoe voelde het om weer op te treden na een jaar geen gitaar te hebben gespeeld?

“Ik had vooraf een uur gerepeteerd maar de band die mij begeleidde, kent mij en mijn liedjes heel goed. Ik had mijn publiek laten weten dat ik een jaar niet had gespeeld, door mijn slechte gezondheid, zodat ze begrip zouden hebben als mijn voorstelling niet perfect zou zijn. Ik ben heel tevreden dat ik kon spelen, vooral dat er geen problemen waren op het podium, omdat ik ziek ben. Eigenlijk wilde ik maar een half uur spelen, maar het werd een uur en vijftien minuten. Eerst wilde ik zittend spelen, uiteindelijk stond ik een groot deel van het concert. Het publiek gaf me de energie, vooral toen zij ‘Oleh Sio’ meezongen…”

Anto Arief

Anto Arief was in mei 2011 in Nederland voor deelname aan Art Amsterdam en de Tong Tong Fair. De kunstenaar, blogger, gitarist/vocalist van 70’s Orgasm Club schreef dit artikel voor Rolling Stone Indonesia.

Dit interview verscheen  in De Sobat, een magazine voor donateurs van Stichting Tong TongVertaling en bewerking: Leslie Boon en Florine Koning.