Handlijnkunde, kaartlezers en paragnosten
Mystieke gebeurtenissen, de Indische cultuur, de stad Den Haag: ze horen bij elkaar. Al zolang de Tong Tong Fair bestaat, dus ook bij de allereerste editie in 1959, zijn waarzeggers aanwezig. Je vindt ze in een rustige uitbouw van de Grand Pasar.
Wie meer inzicht zoekt in het verleden, het heden of de toekomst; wie vragen heeft over werk, relatie of andere levenskwesties, wie zijn capaciteiten wil doorgronden of het gewoon leuk vindt zichzelf beter te leren kennen, kan paragnosten, handleesdeskundigen en kaartlezers consulteren. Zij bieden o.a. deze diensten aan: spirituele & paranormale consulten, handlezen, kaartlezen, numerologie, magnetisering en de uitleg van runen stenen.
Al sinds de allereerste Tong Tong Fair (toen Pasar Malam Tong Tong geheten) kon men ‘de kaart laten leggen’. In de loop der tijd groeide het aantal deelnemers dat zich bezighield met magie, toekomstvoorspellingen, handleeskunde, iris- en audiodiagnose. Je vindt deze standhouders – heel toepasselijk – aan de Van Hienplein in een uitbouw van de Grand Pasar.
Hendrik Alexander van Hien is de auteur van het standaardwerk ‘Wali Sanga, de Javaanse geheime leer’ uit 1912. In de Van Hienstraat staan bankjes voor de wachtenden; de belangstelling is altijd groot.
Over de foto boven: De naam van handlijn-deskundige L.J.H. van der Pol leeft voort in de naam Van der Pol’s Hand-en Kaartleesgroep (aanwezig op de Grand Pasar).
Bij de 13e Pasar Malam Tong-Tong in 1971 trok astroloog Jack F. Chandu de horoscoop van de Haagse Pasar Malam. En in de Boekoe Pienter van 1971 schreef de beroemde astroloog Rico Bulthuis het artikel ‘Kaartleggen bij kaarslicht in Den Haag’. Bulthuis noemde Den Haag ‘een betoverende stad’. Den Haag en magie hebben een lange intense relatie, aldus de astroloog.
“[…] in het Statenkwartier en Duinoord wemelde het van de verlofgangers met baboes. Tussen de Weimarstraat en het Valkenboschplein rook het altijd naar kroepoek. Daar werden geesten opgeroepen en horoscopen getrokken. Oost en West zaten na zonsondergang broederlijk aan de séancetafel en luisterden naar geesten die allen met een Haegsch accent spraken. […] Je tuimelde op weg naar de toekomst over dames die dikwijls met de belofte dat ze twee spel kaarten gebruikten, de wachtkamer vol klanten kregen. Je kon de wierook op hun stoep door de brievenbus al ruiken. En het was geen zeldzaamheid als je verbeten moeders met huilende dochters bij hen zag binnengaan. En dan werd tussen Boeddhabeelden, wajangpoppen, Japanse lakborden en aan de muur geprikte waaiers de kaart gelegd: “dat na zeven maanden alles wel weer goed zou komen.”
“[…] Omstreeks 1920 was ’s Gravenhage een magisch centrum, waarin de speelkaart de toon aan gaf. [..] Negen van de toen oudere dames uit Indië konden een beetje de kaart leggen. Eens kwam mijn buurvrouw doodverschrikt thuis: “Adoe seg, ik vond een schoppenheer op straat, wat nou?” (1)
En nog steeds wordt nergens meer waargezegd dan in Den Haag. Studiegroepen, loges, tempels, kringen, centra en orden herbergen de zoekers naar het occulte. Als je door de muren heen zou kunnen kijken, zou je ’s avonds de kaartlegsters kunnen zien. Want ze zijn er nog en ze zullen er blijven….]’ (2)
(1) Schoppen is het symbool van het noodlot, de machten van buitenaf. Rico Bulthuis.
(2) Verschenen in de Boekoe Pienter van 1971.