Poppy Apontoweil (1918-2012) was, zoals ze zelf zegt, ‘de blonde’ van de Honolulu Queens, een hawaiian meidengroep (naar analogie van nu) die voor de oorlog in Nederland furore maakte. Samen met haar zussen Elly en Titi speelde ze zelfs in Carré in Amsterdam. “Dan ben je echt goed, hoor”, zegt Poppy. “Ik geloof niet dat de Kilima’s daar ooit hebben opgetreden.” De Kilima’s, aan haar stem is duidelijk te horen dat ze die groep maar niks vond. Natuurlijk, Theo Ehrlicher, met wie ze gebrouilleerd raakte, speelde in die groep. Maar los daarvan was het een vormkwestie, zegt ze. “Wij speelden de échte hawaiian, ook de Indische. De Kilima’s, en de meeste andere groepen, speelden Hollandse hawaiian.”
Muzikale opvoeding
Poppy Apontoweil – ze staat er op dat mensen haar Poppy noemen, haar echte naam is Julia – werd in 1918 in Padang geboren, waar haar vader hoofdambtenaar van de weeskamer was. Er werd veel muziek gemaakt in het gezin Apontoweil. Hoewel vader geen instrument speelde, was hij gek van muziek. “Hij ging elke avond naar de Italiaanse opera”, zegt Poppy.
Haar halfbroers speelden al vroeg viool, piano en fluit, maar de jongere zusjes Poppy, Elly en Titi begonnen vrij laat met muziek. Poppy, de oudste, was al vijftien toen ze ukulele en staande bas ging spelen. “Ik leerde met handschoenen aan bas te spelen totdat het eelt op mijn vingers dik genoeg was.” Als gevolg van de zwakke gezondheid van haar vader besloot het gezin nog voor de oorlog naar Nederland te gaan.
In 1937 gingen ze wonen op de Beeklaan in Den Haag, waar de bekende hawaiian muzikant Theo Ehrlicher de zusjes les ging geven. Met goed gevolg, want de Honolulu Queens wonnen in 1939 het allereerste hawaiian muziekconcours van Nederland en toerden weldra door het hele land.
“Vader ging altijd mee”, vertelt Poppy. “Hij was onze chaperonne. We waren knappe meiden en hij liet niemand tot ons toe.” Pa Apontoweil was ook de manager die de optredens regelde en moeder maakte de kostuums. Niet te bloot, want dat mocht niet van vader. “Onze hawaiian jurken waren daarom hoog gesloten”, zegt Poppy terwijl ze op een foto wijst op de hooggesloten bloesjes.
Honoloeloe Koninginnetjes
In 1942 overleed haar vader, toen de Honolulu Queens op de drempel van grote populariteit stonden. Ondanks het repressieve klimaat tijdens de Tweede Wereldoorlog, speelden zij door. De Cultuurkamer beval dat de naam Honolulu Queens veranderd zou worden in Honoloeloe Koninginnetjes, want de Engelse taal was verboden. Ook Engelstalige liedteksten moesten in het Nederlands worden vertaald. Dat gold voor alle hawaiiangroepen in Nederland. Een nieuwe soort muziek ontstond: neder-hawaiian, een typisch Hollandse amusementsmuzieksoort waarbij de Kilima Hawaiians de toon aangaven.
Hun succes was immens, maar kort. Elly overleed op haar 26e en Titi werd maar veertig. Poppy bleef alleen over. “Ik heb de beker van het hawaiianconcours dat wij wonnen, weggegeven. Ik kon hem niet meer zien. Mijn ukulele heb ik later aan mijn zoon gegeven.”
‘Till we meet again…’
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Poppy zou best weer eens willen optreden. Kortgeleden zong ze in de Regentenkamer in Den Haag het lied dat ze vroeger met haar zussen tijdens ieder concert zong, ‘The Honolulu Queens are playing for you’. Hoewel ze broos oogt, is Poppy nog zeer beweeglijk. Ze drapeert een lei om haar hals en zingt: “To you sweetheart, aloha, we two will meet again…”
Dit interview verscheen in 2010 in De Sobat, een magazine voor donateurs van Stichting Tong Tong. Auteur: Florine Koning.