Warung Tamalinda

Luc Leihitu van Warung Tamalinda: We weten dat het zwaar werk is, maar zó leuk!

In het dagelijks leven werkte de goedlachse Luc Leihitu tot zijn pensionering op een Haags ministerie maar bezoekers van de Tong Tong Fair kennen hem natuurlijk van Warung Tamalinda. In 1958 reisde Luc als verstekeling zijn meisje Elza achterna naar Nederland. In 2012 vierde hij zijn 50-jarige huwelijk én stond hij 40 jaar op de Tong Tong Fair met Warung Tamalinda. Een interview met Luc & Elza.

Luc Leihitu werd in 1941 op Ambon geboren als vierde kind in een gezin van vijf. Zijn vader was officier in het KNIL. Toen Luc vijf was, verhuisde het gezin van Ambon via Semarang naar Jakarta. Op jonge leeftijd werd Luc geconfronteerd met de wreedheid van de oorlog toen zijn vader door de Japanners werd onthoofd.

Verstekeling

In 1958 arriveerde Luc in Nederland. Niet als passagier maar als verstekeling op een repatriëringsschip. “In Jakarta had ik mijn meisje leren kennen”, vertelt Luc terwijl hij naar Elza Vroeg in de Wei kijkt, het meisje dat inmiddels bijna een halve eeuw zijn echtgenote is. “Elza zou in februari 1958 naar Nederland repa- triëren. Aangezien ik de Indonesische nationaliteit had, kon ik niet mee.” Luc restte niets anders dan een droevig afscheid aan de kade in Jakarta. Maar het lot bepaalde anders. Luc: “Terwijl ik zwaaide naar Elza op de boot, begon het heel hard te regenen en gingen de wachters schuilen. Ik ben toen via de loopbrug het schip opgegaan.” Het was een impulsieve daad: de zeventienjarige Luc droeg alleen een korte broek en had niets bij zich, “behalve mijn padvinderslegitimatie”.

De Orion

Eenmaal aan boord voegde Luc zich bij Elza, haar twee broers en twee andere jongens uit het weeshuis waar vandaan Elza kwam. Een reis van zes weken begon, aan boord van de Orion, een Brits schip dat uit Australië via Jakarta naar Groot-Brittannië voer. “Ik logeerde in de hut van een broer van Elza. Ik ben geen moment bang geweest en niemand vroeg me wat. Er waren veel Indische mensen aan boord, dus ik viel niet op. Als de gong voor het eten ging, ging ik de ene dag naar de eerste lichting, de volgende dag naar de tweede. ” Tot een steward argwaan kreeg. “Hij vroeg me waarom ik nooit ’s avonds naar het diner ging. Was ik soms een ‘blinde passagier’? Ik heb hem toen verteld hoe het zat.” Die eerlijkheid pakte goed uit, heel goed zelfs. Gedurende de laatste week bracht de steward hem elke dag warm eten, wat Luc sinds zijn vertrek niet meer had gegeten.

“Je bent nu vrij”

Onderwijl naderde de Orion Rotterdam en dus ook het moment dat verstekeling Luc van boord zou moeten gaan. “Ik besloot mijzelf aan te geven bij de kapitein, die bekende nog nooit een verstekeling aan boord te hebben gehad. Ook hij heeft mij toen geholpen. Als ik in dienst zou komen van de maatschappij, zou ik later legaal aan wal kunnen.” Zover kwam het echter niet. Aan boord van de Orion was een Nederlandse sociaal werker die Luc’s verhaal aanhoorde. Hoe zijn vader als KNIL- officier was vermoord, twee dagen na de bevrijding. “Per telegram heeft hij geregeld dat ik naar Nederland mocht. De laatste vier dagen heb ik als ‘passagier’ gevaren. Bij Hoek van Holland moest ik met een touwladder van boord om enkele documenten bij de havenpolitie te ondertekenen. Waarop de politie zei: ‘Je bent nu vrij.’ Ik ben toen naar de kade gegaan waar de Orion zou aankomen. Wat hebben we gelachen, toen ik op de kade stond te zwaaien naar Elza en haar broers, die aan de reling stonden.” Maanden later verwierf Luc het Nederlanderschap. “Het was een formaliteit aangezien ik ‘gelijkgesteld’ was.”

Verliefd, verloofd, getrouwd

Samen met Elza belandde Luc in een jeugdhotel in Scheveningen, waar het een warm weerzien werd met vrienden uit Jakarta. Jaren later kwamen ook zijn moeder en daarna zijn broers naar Nederland. Drie kinderen van het gezin Leihitu bleven in Jakarta wonen. In Nederland werd geregeld dat Luc als ‘toehoorder’ naar de MULO kon. “Ik sprak toen nauwelijks Nederlands”, vertelt hij. “Ik heb de school in één jaar afgemaakt en ben gaan werken. ’s Avonds ging ik naar de Handelsschool, volgde ik typelessen en ging naar Nederlandse les.” Privé ging het hem ook goed. Luc en Elza verloofden zich en trouwden in november 1962. Ze kregen drie kinderen, Belinda, Tamara en Omar.

Warung Tamalinda

Met de Pasar Malam Tong-Tong, zoals de Tong Tong Fair toen heette, maakten Luc en Elza medio jaren zestig kennis. Toen ze in de Houtrusthallen héél erg lang op een bestelling ijs Shanghai moesten wachten, kregen ze een idee. “Met onze vrienden Syl, Gijs Otto, Bolle en de Italiaan Alberto Volpe bedachten we dat we zelf met een stand zouden gaan deelnemen. In 1967 stond ik voor het eerst op de Pasar Malam, als hulp in de stand Warung Cherubino. Het jaar erop was ik een van de vennoten. We zouden drie jaar lang samenwerken, stonden ook op veel andere pasar malams in het land.”

Aangezien Luc een vaste baan had, kon hij die drukte niet combineren en stapte hij uit Warung Cherubino. Hij besloot met een eigen stand mee te doen en alleen met de Haagse Pasar Malam. In 1972, op de 14e Pasar Malam, introduceerden Luc en Elza ‘Warung Tamalinda’, de naam een samentrekking van de namen van dochters Tamara en Belinda. Deze stand serveerde niet alleen ijs Shanghai en tjendol, bezoekers konden ook gado-gado, babi panggang en saté bestellen. Uiteindelijk zou het de grootste eetstand van de Pasar Malam Besar worden, vertelt Luc. “Er waren tweehonderd stoelen, dertig personeelsleden. We besteedden veel aandacht aan de inrichting. Zo plaatsten we grote palmbomen en door de rode kleur van de stand herkenden de bezoekers Warung Tamalinda al van ver.”

Luc en Elza kregen de smaak van het ondernemen te pakken. Behalve Warung Tamalinda openden zij twee stands met Indische koekjes. Ook dochter Tamara ging meedoen met een eigen stand met t-shirts en muziekcassettes. Lange tijd stond Tamara naast Warung Tamalinda in de Eetwijk, tot de organisatie van de Pasar Malam Besar besloot dat in de Eetwijk alleen nog eetstands zouden worden geplaatst. “Dat vonden we wel jammer”, zegt Luc.

Koningin Beatrix

In 2003, bij de 45e Pasar Malam Besar, werd Luc als oude, trouwe standhouder voorgesteld aan Koningin Beatrix. Hij beschouwt het als een van de hoogtepunten van zijn Pasarjaren. Natuurlijk heeft hij het evenement zien veranderen. Vroeger was het gemoedelijker, kenden standhouders en bezoekers elkaar beter en schoot je elkaar makkelijker aan. Elza ergert zich aan de rigide opstelling van de Keuringsdienst van Waren, die het tegenwoordig verbiedt om bepaalde Indische gerechten op kamertemperatuur te serveren – zoals het echter wel hoort. Beeldbepalende mensen zoals Ems Grizèl, de moeder van Ellen Derksen die tot haar overlijden op 88-jarige leeftijd de standhoudersadministratie verzorgde, zijn overleden. Luc mist haar. “Ik wou dat de tijd van iboe Ems Grizèl terugkwam!” Tegelijkertijd begrijpt hij dat de tijden nou eenmaal veranderen. Over de naamswijziging van Pasar Malam Besar in Tong Tong Fair: “De jeugd praat nu niet anders dan over de Tong Tong Fair op het Malieveld.”

Op de 54e Tong Tong Fair doet Warung Tamalinda voor de veertigste keer mee, met een verrukkelijk assortiment van Indische koekjes, alles volgens eigen – goed bewaard – recept. Dan verzamelt zich ook weer het team dat al tientallen jaren meehelpt in Warung Tamalinda. Het wordt een groot feest. Luc en Elza: “We weten dat het zwaar werk is, maar zó leuk!”

Dit interview verscheen in 2012 in De Sobat, een magazine voor donateurs van Stichting Tong Tong. Auteur: Florine Koning